STOUPA (Griekenland) Bijna elke dag kijk ik even op internet hoe het in Stoupa is. Eigenlijk is er nooit iets. Behalve dat de zon schijnt in Stoupa, dat de temperatuur prima is en dat er voortdurend mensen voorbij de webcam op het dak van het reisbureau slenteren. Sommigen kijken even onze kant op. Elke dag even terug in Stoupa.
TINOS (Griekenland) Langs de Megaloharis-straat ligt een rubberen mat. Hierlangs kruipen de gelovigen omhoog. Het is vijfhonderd meter kruipen naar de Panagia Evangelistria op de heuvel hoog boven Tinos-stad. De kruipers zijn zonder uitzondering vrouwen. Meestal dragen ze blauwe kniebeschermers. Een pluk watten of slippers beschermen hun handen.
LESBOS (Griekenland) Hoe lesbisch is Lesbos? Regelmatig eisen de inwoners van Lesbos het bezittelijk voornaamwoord exclusief voor zichzelf op, maar buiten het eiland lijkt niemand daar erg van onder de indruk. Vast staat dan ook dat de relatie van Lesbos met de damesliefde meer dan 2500 jaar oud is. In het jaar 617 v.Chr. werd in het stadje Eréssos in het westen van Lesbos de dichteres Sappho geboren.
LESBOS (Griekenland) Het is zaterdagmorgen in Mandamádos, het grootste dorp in het noordoosten van Lesbos. Vanaf het terrasje van de taverna naast de kerk zien we het dorpsleven zijn rustige gangetje gaan. Een grote vrachtauto komt een paar dozen bezorgen bij de ijzerwarenwinkel. Een boer zet een emmer verf in de bak van zijn aftandse pick-up.
HYDRA (Griekenland) Ik heb op Hydra twee auto’s geteld: een vuilnisauto en een onbestemd vrachtautootje. Zelfs dat aantal lijkt aan de forse kant want je kunt er hooguit mee rond de haven rijden. Een stukje van niet meer dan een paar honderd meter. Het transport op het eiland wordt door de mens zelf verzorgd of – veel aantrekkelijker in de hitte van de steile straatjes – door de muilezel.
LA GOMERA (Canarische Eilanden) Ze zijn er nog. Ze lopen op blote voeten. Ze verkopen sieraden op de hoek. Ze persen sinaasappels voor je uit. Ze spelen op een plastic fluit. De hippies van Valle Gran Rey. Als je ze ‘in het wild’ wilt bekijken, zul je over de rotsen klimmend naar Playa de las Arenas moeten waar ze onder de tweehonderd meter hoge zwarte rots hun hutjes gebouwd hebben van wrakhout en palmbladeren.
LA PALMA (Canarische Eilanden) Voorbij Puerto Naos wordt de gele weg op de kaart een witte weg om als een simpel lijntje in El Remo te eindigen. El Remo, het klinkt als een cowboy-film. Als je de laatste bocht na de laatste bananenplantage gehad hebt, blijkt dat ook ongeveer te kloppen. Een decor van brede stoffige wegen en tientallen lage huisjes.
EVORA (Portugal) De stad Evora, diep in het Portugese binnenland, heeft veel om te laten zien. Een Romeinse tempel bijvoorbeeld die je vanaf het terras van de kiosk in het parkje rustig kunt bekijken. Cultureel hoogtepunt van het stadje is de Sé – ‘Kathedraal’ in het Portugees – die gesticht werd in 1186, toen de Moren hier net verslagen waren.
KYTHERA (Griekenland) Toen we met onze dappere Fiat door de kuil reden, herinnerden we ons de tip van degene die ons deze kant had opgestuurd: 'Vlak voor Paliochora zit een soort sloot in de weg waar je de auto beter vóór kunt laten staan'. Paliochora, het Byzantijnse hoofdstadje van het eiland Kythira, is van een niet kapot te krijgen schoonheid.
KYTHERA (Griekenland) De weg voorbij Mylopotamos is lang en bochtig. Eerlijk gezegd hebben we geen idee waar we terecht zullen komen. Het bordje belooft ons Limnionas, maar op de kaart eindigt het rode kronkelslangetje abrupt aan een lege kust. Een bord aan het begin van de weg informeert ons hoeveel euro's de EU in deze onderneming gestoken heeft.
MONTFERRAND (Dordogne) Aan de smalle D26 tussen Belvès en Beaumont ligt Montferrand-du-Périgord tegen de hellingen langs de oever van de Couze, een zijriviertje van de Dordogne dat hier eigenlijk nog geen naam mag hebben. Aan het eind van het dorp staat op een nauwelijks meer te lezen bordje ‘Eglise XII siècle piêtions 7 min’.
ROCAMADOUR (Dordogne) De 'Roc Amadour' is 150 meter hoog. Wie met de auto komt, kan die het beste boven het stadje op de parkeerplaats zetten en langs het voetpad naar beneden lopen. Daarbij legt u de lijdensweg van Christus in omgekeerde volgorde af. Eerste sterft Jezus aan het kruis, dan wordt hij aan het kruis genageld en van zijn kleren beroofd.
ST. AVIT (Dordogne) De naam St. Avit Rivière doet meer verwachten dan je er in werkelijkheid aantreft. De 'Rivière' is de Couze die ter plaatse amper een meter breed is. 'St. Avit' telt 73 inwoners, maar hier zijn ook de boerderijen in de buurt bij inbegrepen. Als bezienswaardigheid van het dorp heeft men op de site van de Commune St. Avit Rivière een picknickbank gefotografeerd.
KEFALONIA (Griekenland) Toen we nog maar net met de veerboot Captain Aristides van Levkas vertrokken waren, begreep ik dat mijn voorbereiding op Kefalonia slecht geweest was. Twee echtparen hadden elkaar op het bovendek van de veerboot ontmoet en wisselden de plaatsen van Kapitein Corelli's mandoline uit die ze gingen bezoeken. Ik had nauwelijks iets van Kapitein Corelli onthouden.
ANDRITSINA (Griekenland) Het begint bij Andritsina als een smal en bedrieglijk bescheiden weggetje. Snel daarna wordt de weg ruim en breed en dan duurt het nog ongeveer vijftien kilometer voor je de tempel van Vasses bereikt. De toon is al spoedig gezet dankzij de grandioze vergezichten en een nagenoeg complete verlatenheid.
MYCENE (Grikenland) De eerste keer dat we in Mycene waren, had het net geregend. Het was een enorme plensbui die waarschijnlijk meer regen gebracht had dan er verder dat jaar in dit deel van Griekenland zou vallen. In de stalletjes langs de lange weg naar ‘Ancient Mycenae’ waren de souvenirverkopers hun Apollo’s, Athenes, Cupido’s en Venussen aan het afdrogen. We liepen omhoog naar de burcht.
SCHIERMONNIKOOG (Nederland) Van Dale zegt: ‘Historiseren is iets tot iets historisch maken’. De meeste architecten hebben een ontzettende hekel aan ‘historiserend bouwen’. In hun ogen betekent het namelijk dat je kiest voor vormen die je eigen creativiteit ondergeschikt maken aan de oplossingen van vroeger.
CRES (Kroatië) Nu ik er weer geweest ben, weet ik zeker dat het stadje Cres tot mijn favoriete plekjes aan de Kroatische kust hoort. Het haventje is tot de laatste plaats bezet met kleine bootjes. De huizen langs de kade hebben de mooiste kleuren. Daarachter staan de middeleeuwse wachttorens aan de rand van het stadje.
LA PALMA (Canarische Eilanden) Het pad begint in Las Tricias en daalt snel. Onderaan zijn ons in de grotten van Buracas inscripties van de Guanchen beloofd. Graffiti uit de oertijd. Langs het pad bloeien alle bloemen. Hier en daar een huisje, de meeste zijn verlaten. Deze niet, hier woont de zilversmid.
LISSABON (Portugal) Neem in de Rua do Conceicao in de benedenstad trammetje 28 omhoog richting Sao Vincente. Stap uit op Largo das Partos do Sol en Alfama ligt aan je voeten. Een zee van daken van roze, via alle kleuren rood naar een onbestemd beige. Je hoeft alleen maar de grote trap af te lopen en je bent er.
KYTHERA (Griekenland) Er hangt een bordje Agia Sophia tegen de muur bij de ingang van het dorp Spilies. De blauwe pijl wijst naar links en het pad brengt ons in een klein half uur naar een nauwe kloof. Groen en schaduwrijk verborgen in het kale, stoffige landschap van het zuiden van Kythira. Soms stroomt er water. Niet nu, na een lange hete Griekse zomer.
MONPAZIER (Dordogne) Op het terras van Hotel de France aan het Place de Cornières in afwachting van de groentesoep waar het Menu Suggestions (18,50 euro) mee begint. De zon schijnt nog op de arcaden aan de overkant van het plein en op de toren van de St-Dominique. In de boog boven ons voeren de zwaluwen hun onverzadigbare jongen.
BOUILLAC (Dordogne) Waarschijnlijk kent u Bouillac niet. Het dorp - nou ja: de kerk, de school, de Mairie en een handvol huizen - ligt aan de smalle D26 van Belvès naar Beaumont. Vermoedelijk zegt het u nog steeds weinig… We zijn in de Dordogne-streek. We lopen een rondje in de buurt en komen dus weer 'ns door Bouillac.
CAGLIARI (Sardinië) We staan voor de Duomo Santa Maria di Castello, de grote kathedrale kerk van Cagliari. Dertiende eeuw met een façade van licht marmer als de dom van Pisa, schrijft de reisgids er voor alle zekerheid bij. Wij staan met de rug naar de kerk en kijken over de muur de straatjes van de wijk Castello in.
LA PALMA (Canarische Eilanden) 'Nog dichter bij de afgrond, nog dichter bij het vuur. En het wordt erger, erger met het uur', zingt Huub van der Lubbe in 'Dansen op de vulkaan'. Vuur is er allang niet meer in de krater San Antonio in het uiterste zuiden van La Palma. In de verte lopen zwarte, gestolde lavastromen steil de zee in. San Antonio is een dode vulkaan sinds 1677.
KEFALONIA (Griekenland) Boven het vissersdorp Fiskardo, helemaal in het noorden van Kefalonia, zie je twee lichtgrijze ruïnetorens boven het groen uitsteken. Het plaatselijke gidsje weet te vertellen dat daar op het Fournia-schiereiland de resten van een vroeg-christelijke basiliek en twee torens liggen.
EL HIERRO (Canarische Eilanden) Het wandelgidsje noemt La Bajada de la Virgen een pittige wandeling van 28 kilometer lengte van het zuidwesten naar het noordoosten van El Hierro. Voor de Herrenos - de inwoners van het eiland - is de tocht niets meer of minder dan een soort ijkpunt in hun eilander bestaan. De jaartelling is in Bajadas. Eén jaar voor de Bajada… Nee, het moet het jaar na de Bajada zijn geweest.
BELVES (Dordogne) Er zijn dorpen en steden waar je tijd voor nodig hebt om tot ze door te dringen. Belvès in de Dordogne - een kilometer of dertig ten westen van Sarlat - is daar een mooi voorbeeld van. Je rijdt een paar keer door Belvès, dan ga je op een goede dag een keer op het terras van het grote café aan het pleintje zitten om wat te drinken.
ALONNISOS (Griekenland) Er loopt een ezelspaadje door de heuvels van Patitiri naar Chora. Langs het pad bloeien kleine cyclamen. Na ongeveer een half uur ben je in Chora, de oude hoofdstad van het eiland. Officieel staat er nog Alonnisos op de kaart. Het is een oude Griekse gewoonte om de hoofdstad de naam van het eiland te geven. Of omgekeerd.
LA PALMA (Canarische Eilanden) Eigenlijk is La Palma één grote berg. Een paar miljoen jaar geleden ontstaan toen de oceaanbodem scheurde en de lava een berg vormde die na 4000 meter boven water uit kwam en vervolgens nog eens 2400 meter doorbouwde aan La Palma. De doorsnee van de krater van die oervulkaan, de Caldera de Taburiente, is zo’n tien kilometer. Getallen om van te duizelen.
MÉRIDA (Spanje) Op bevel van Keizer Augustus werd in 25 v.Chr. Augusta Emerita gesticht; later ‘verspaanst’ tot Mérida (West-Spanje). Langs de oevers van de Guadiana lag voldoende vruchtbare grond om de veteranen een onbezorgde oude dag te garanderen. Als een van de eerste gebouwen liet Augustus in Mérida een enorm theater met meer dan 5000 zitplaatsen bouwen.
EL HIERRO (Canarische Eilanden) Sinds in de zomer van 2003 de tunnel door de rotswand Risco de Tibataje naar beneden geopend is, rijd je in een kwartier van Valverde naar El Golfo en kom je in een deel van El Hierro waar je vroeger niet hoefde te zijn. In Mocanal slaan we het weggetje naar Pozo de las Calcosas in.
CÓRDOBA (Spanje) Natuurlijk moet je de plekken waar alle toeristen komen, als het kan mijden. Ga in Córdaba echter in elk geval naar de Mezquita, de oude moskee van Córdoba. Elke reisgids vertelt hoe kalief Abderramán I in 784 met de bouw begon. Dat hij marmeren zuilen van Romeinse villa’s in de buurt gebruikte en die met rechthoekige blokken en twee rijen bogen liet ophogen.
SEVILLA (Spanje) De eerste indrukken leken mijn bedenkingen te bevestigen. Allereerst de 40 graden Celsius die niet alleen in de lucht hing, maar ook van de muren en van de straat op je af kwam. Dan de stank van paardenpis en paardenstront dankzij de onafgebroken rij koetsjes. En dan natuurlijk de toeristen die elkaar met hun plattegronden zo ongeveer van de stoep afslaan.