MYCENE (Grikenland) De eerste keer dat we in Mycene waren, had het net geregend. Het was een enorme plensbui die waarschijnlijk meer regen gebracht had dan er verder dat jaar in dit deel van Griekenland zou vallen. In de stalletjes langs de lange weg naar ‘Ancient Mycenae’ waren de souvenirverkopers hun Apollo’s, Athenes, Cupido’s en Venussen aan het afdrogen. We liepen omhoog naar de burcht.
Sinds die eerste keer meer dan tien jaar geleden gaan we als we op de Peloponnesos zijn altijd een paar uur terug naar Mycene. Een steile heuvel in een olijfbomenlandschap. Enorme muren die lijken te balanceren op de heuvelrand. De Leeuwenpoort met zijn uitgeslepen drempel waar je nog even in de schaduw kunt uitrusten. En daarna verder de zinderende heuvel op door een wirwar van muren, vloeren, poortjes en gangen die ooit samen het paleis van koning Agamemnon gevormd hebben.
Dit alles van een ouderdom die je onwillekeurig in de war brengt. Wat zegt 3200 jaar geleden nou écht... Je moet een dichter als Bertus Aafjes zijn om de volgende regel te kunnen schrijven: ‘Heel de doodsbleke burcht van Mycene scheen gehuld in een mistig waas van bloed’.
Het idee dat je rondloopt in het paleis van de man die de Grieken tegen de Trojanen aanvoerde. De plek waar dezelfde Agamemnon na tien jaar Troje door zijn vrouw Clytaemnestra en haar minnaar Aegisthus in bad doodgestoken werd. Later kreeg zoon Orestes van het orakel van Delphi de opdracht om zijn vader te wreken en zou hij ook hier in het paleis zijn moeder en haar vriend doden.
Meer dan dertig eeuwen hebben de plaats delict verbrokkeld tot een berg bezaaid losse stenen. Hier en daar geeft een bordje de stenen samenhang.
(juni 2001)