TINOS (Griekenland) Hoog boven Tinos-stad ligt het Kechrovouni-klooster. De dame aan de poort laat ons binnen als Erik en ik onze broek een beetje laten zakken. Henny had voor alle zekerheid een handdoek omgebonden. Cisca mag als enige zoals ze is onder ogen van de nonnen van Kechrovouni komen.
Als minihuisjes liggen de cellen van de nonnen tegen de kerken en kapelletjes aangeplakt. De tuinman knipt de uitgebloeide rozen af. Twee nonnen bewaken kribbig de hoofdkerk en verkopen kaarsen aan de gelovigen.
'Tinos very religious', hadden ze ons op Paros gewaarschuwd. Eerlijk gezegd klopt daar behalve hier in het klooster niet veel van. Verstopt achter dat orthodoxe van horen zeggen kon Tinos authentiek blijven. Nu in juni zeker. We voelen ons de enige gasten op het eiland. Op het terrasje onder de klaterende bronnetjes van Kardiani, bij de vissersbootjes van Isternion, in Pyrgos bij de grote olijfboom, op de kade van Panormas en 's avonds op het terras van Eoineio op een pleintje bij de haven van Tinos-stad.
De hellingen van het eiland zijn kaal. Alleen in de geulen waarlangs 's winters het water naar beneden stroomt groeien oleanders. Groene en rode strepen door een geel en bruin landschap. Duiven klapwieken omhoog.
De duiven van Tinos… Het eiland dankt ze aan vijfhonderd jaar Venetiaanse overheersing (van 1204 tot 1715 om precies te zijn). Er staan nog enkele honderden Venetiaanse duiventillen op het eiland. Ze zien eruit als kasteeltjes. De duiven hielpen de boeren van het eiland de winter door. Ze zorgden voor vlees in de pan. Ze leverden mest voor op de akker en veren om in matras te stoppen. (juni 2007)