LA PALMA (Canarische Eilanden) Elke keer op La Palma gaan we naar Garafía. Deze keer zijn we met z'n vieren naar het eiland gekomen, dus slepen we ook onze vrienden mee naar het stadje helemaal in het noordwesten. Wat is er mooi aan Garafía?
Ik merk dat ik het eigenlijk zelf ook niet weet, als ik het aan Erik en Henny probeer uit te leggen. Naar sommige plekken reis je om je te laten verrassen. Naar Garafía ga je in de rustige zekerheid dat alles bij het oude gebleven is. Om te kijken of alles nog klopt.
Het stadje dat officieel Santo Domingo de Garafía heet, is voor Canarische begrippen oeroud. Het schip van de kerk Virgen de la Liz werd in 1552 gebouwd, toen de Spanjaarden het eiland nauwelijks een halve eeuw in hun bezit hadden. Garafía ontwikkelde zich tot het centrum van het noordwesten van het eiland. Hiervan getuigt nog steeds het oude winkelstraatje dat aan het eind van de Plaza Baltazar Martín steil omhoog loopt.
Aanvankelijk dachten we dat we op een verkeerd tijdstip gekomen waren, omdat alle winkeltjes nog dicht waren. Maar dat was het niet. We hadden naar schatting 50 jaar eerder moeten komen. Toen telde Santo Domingo de Garafía nog meer dan 5000 inwoners. Tegenwoordig zijn het er rond de 1000 en hun aantal blijft afnemen.
In de schaduw drinken we een pilsje op het terras van de bar naast de kerk. Verderop delen vier oude mannen een fles bier op een muurtje van het plein. Ik geloof dat ze verbaasd naar ons kijken. Wat heeft een mens in dat verre mistige oord te zoeken? Volgende keer ga ik weer.
(maart 2005)