LISSABON (Portugal) Piepend en knarsend wurmt Lijn 28 zich omhoog door de bochtige straten voorbij de kathedraal. Af en toe wordt het dubbelspoor enkelspoor en regelen stoplichten de doorstroming van het tramverkeer. Hier en daar zijn de straatjes zo smal dat alleen de tram tussen de huizen door past. De jeugd die elders graag even gratis op de treeplank meelift, haakt hier bijtijds af.
ALGARVE (Portugal) Boven Castro Marim torent het kasteel uit. We klimmen via de lange trap omhoog. Vanmiddag zijn wij de enige bezoekers. Aan de voet van de heuvel liggen de zoutpannen langs de Guadiana. Er zweven ooievaars rond het kasteel. Aan de overkant van de rivier ligt Spanje, de belangrijkste reden van het bestaan van dit enorme fort.
SAMOS (Griekenland) Ongevraagd zet de mevrouw van het café een schaaltje olijven naast onze glazen. Dan volgen pinda's en blokjes kaas. Als we later nog een keer terugkomen, komt ze met schaaltjes stiffado (stoofpot) uit de keuken. Na het afrekenen brengt ze nog snel een schoteltje met partjes sinaasappel. Ze is blij dat we er weer zijn.
SAMOS (Griekenland) Eigenlijk is Samos er nog niet helemaal klaar voor als wij in de laatste week van april aankomen. Kokkari ligt zich te verkneuteren in het zonnetje. De poezen op de kade rekken zich lekker uit. Net als de mensen van het dorp. Ze kijken ons enigszins verbaasd aan: de eerste lichting toeristen van het jaar...
LA PALMA (Canarische Eilanden) Als we naar La Palma gaan, gaan we altijd naar Puerto Naos. Het dorp ligt halverwege de westkust van het eiland. Een kleine boulevard met wat straatjes erachter. Middenin Puerto ligt een enorm rotsblok op het strand. Bovenin staat de Heilige Maagd in een nis achter een groezelig raampje. Op het hoekje ligt Bar La Moncloa. Nergens gaat de zon mooier onder dan vanaf het terras van La Moncloa.
LA PALMA (Canarische Eilanden) Langs de zandweg vanaf El Pilar naar het noorden staan vandaag overal kleine bordjes. 'Zona de adiestramiento de perros de caza' staat erop. Deze zondagmorgen wordt hier op de helling met honden gejaagd. Geen jachthonden die het wild voor de jager apporteren, de 'perros de caza' jagen zelf. Een eeuwenoude traditie van de boeren in deze streek.
SEVILLA (Spanje) Bij Sevilla hoort rumoer en lawaai. Dit is niet negatief bedoeld, begrijp me goed. Beter zou het zijn om hier een positiever woord als 'geroezemoes' te gebruiken, ware het niet dat het geproduceerde geluid dit woord minder voor de hand liggend maakt. Al op een paar straten afstand hoor je het pleintje liggen waar ze buiten aan de bar een biertje drinken.
MILOS (Griekenland) Voor de haven van Adamantas ligt het grote witte cruiseschip Silverwind. Twee bootjes pendelen tussen het schip en de kade. Daar staat de blauwe partytent van Silversea Cruises. Een steward achter een tafeltje regelt het transport van en naar het schip. De Silverwind is net begonnen aan een tiendaagse cruise van Piraeus naar Civitavecchia bij Rome. De goedkoopste suite op de Silverwind kost deze reis 4530 euro.
ANTIPAROS (Griekenland) We zitten op het terras van het grote café aan het pleintje aan het eind van Antiparos, vlakbij de kerk en het Kastro. Elke avond bivakkeert daar hetzelfde gezelschapje van oudere heren die bier, chips en pinda’s met elkaar delen. Vanavond echter wordt de rust van de lome juni-avond op het dorpsplein verstoord door de landelijke politiek.
PAROS (Griekenand) Vissersdorp Naousa in het noorden van Paros doet zijn uiterste best om een beetje op het naburige Mykonos te lijken. In de straatjes vind je de winkeltjes met de Grote Merken. Sommige caféhouders denken dat een serie waxinelichtjes in de boom en een rij gekleurde kussens op een muurtje hen het recht verschaffen om voor drie koffie en een pilsje twintig euro te vragen. Gelukkig heeft Naousa méér te bieden…
EL HIERRO (Canarische Eilanden) In oktober 2011 was El Hierro enkele dagen wereldnieuws. Na duizenden kleine aardbevingen begon in de oceaan voor de kust een onderzeese vulkaanuitbarsting. Uit de nieuwe kraterbuis ontsnapten zwavel en kooldioxide. De Mar de Las Calmas deed zijn naam niet langer eer aan. Het zeewater borrelde als een jacuzzi. Af en toe schoten er lavastenen uit het water omhoog.
EL HIERRO (Canarische Eilanden) Soms overvalt je het gevoel dat je niet verder hoeft. Eigenlijk ben je d'r, realiseer je je. Mooier dan dit wordt het niet. Dat is in diepste wezen het eilandgevoel. Ver weg van de grote-mensenwereld, teruggeworpen op lotgenoten. El Hierro is het ultieme eilandgevoel.
EL HIERRO (Canarische Eilanden) Acht jaar geleden kwamen we in Frontera bij toeval in Apartamentos Frontera terecht. Er zat een oude dame achter de receptie van Hotel Frontera die ons naar een gebouw achterin de bloementuin bracht. Terug op El Hierro wilden we beslist terug naar Apartamentos Frontera.
SEVILLA (Spanje) Een Spaanse bar is altijd te klein. Er moet nu eenmaal altijd meer gebeuren dan op de beschikbare vierkante meters mogelijk is. Een bar in Spanje is méér dan een plek om te drinken. De bar is ook een huiskamer met een luide tv, een restaurant, een restaurantkeuken, een winkel en het voorraadmagazijn.
PARIJS (Frankrijk) Parc des Buttes Chaumonts kennen alleen de Parijzenaars. Kinderen spelen in het gras, hun ouders zitten op een deken en picknicken. Het negentiende arrondissement laat er de hond uit. Ze zitten te lezen op een bankje of ze lopen er hard tegen de heuvels op. Bovenin het park heb je een prachtig uitzicht op de Sacré-Coeur.
PARIJS (Frankrijk) De plattegrond van Parijs die je in je hoofd heb, is niet één grote kaart, maar bestaat uit tientallen kleine stukjes. Je duikt ergens de grond in om enige tijd later verderop weer op te duiken. Hoe ver het van ons hotel bij de Boulevard de Picpus naar Montmartre is? Geen idee. Heb net met Google Earth uitgerekend het zo’n zeven kilometer is. De metro maakt afstanden irrelevant.
Op Nation volgen we de blauwe bordjes van lijn 2 naar Porte Dauphine. Bochtige gangen, onverwachte trappen, eindeloze roltrappen ontnemen je alle richtingsgevoel. Het vertrekbord telt de minuten af. Alleen al de namen van de stations onderweg: Avron, Alexandre Dumas, Philippe Auguste, Père Lachaise, Ménilmontant, Couronnes, Belleville, Colonel Fabien, Jaurès, Stalingrad, La Chapelle, Barbès-Rochechouart, Anvers. Zeven kilometer Franse geschiedenis in twaalf tussenstops op weg naar Montmartre.
In 1900 reed de eerste metro van Porte Maillot achter de Arc de Troimphe naar Porte de Vincennes. De lijn werd in twintig maanden tijd dwars door Parijs aangelegd. De reden om voor nieuw openbaar vervoer te kiezen waren de Olympische Spelen van dat jaar in het Bois de Vincennes. Parijs kreeg na Athene de tweede Olympische Spelen. De metro werd mogelijk gemaakt door de elektriciteit. Schone elektrische energie – althans op de plaats waar hij verbruikt wordt - kon in benauwde ruimtes, dus ook onder de grond worden toegepast. De eerste maanden vervoerde de metro zoveel reizigers dat men onmiddellijk doorging met het bouwen van nieuwe lijnen. Nu zijn er zestien metrolijnen binnen de Boulevard Périferique. De treinen vervoeren vier miljoen passagiers per dag.
De metro is een wereld op zich. Een wereld met zijn eigen beelden, zijn eigen geluiden, zijn eigen geuren zelfs. De geur van elektriciteit vermengd met de geur van het rubber van de treinbanden.
Een aantal beelden zijn nieuw. Dat van de reizigers met enorme koptelefoons op bijvoorbeeld. En van de straatzangers met een karaokeapparaat in een boodschappentas op wieltjes die een paar stations meereizen:‘Yesterday when I was young’. Niemand luistert, niemand geeft iets. De zanger stapt weer uit: ‘The friends I made all seemed somehow to drift away’.
(juli 2011)
PARIJS (Frankrijk) Weer eens naar Parijs geweest. Het was jaren geleden. Al die tijd domweg niet aan toegekomen. Twee dagen door de stad gesjouwd. Langs de bekende plekjes als echte toeristen. Af en toe regent het. Bij de uitgang van elk metrostation kun je paraplu’s kopen. De Parijzenaars lopen nóg sneller dan anders als het regent.
LESBOS (Griekenland) Van het oudste klooster van Lesbos is niet veel meer over dan wat muren, een paar stukken marmer en de sarcofaag van de Heilige Alexandros tegenover het nieuwe kapelletje. Je vindt de ruïne in een schapenweitje bij het dorp Lafiónas boven Petra en Molivos in het noordwesten van het eiland.
LA GOMERA (Canarische Eilanden) Als de man van het restaurant in Los Christianos hoort, dat we net uit La Gomera komen, beziet hij ons met andere ogen. Plotseling horen we niet meer bij de schuifelende meute van Tenerife-toeristen. Zijn familie komt van het dorp Tagaluche op La Gomera. Kennen we Tagaluche? We laten hem de foto’s zien die we er een paar dagen eerder maakten.
LA GOMERA (Canarische Eilanden) In 1404 landde de Normandische edelman Jean de Bethencourt op La Gomera. Hij deed zijn Noormannen-afkomst alle eer aan. Binnen de kortste keren veroverde hij de Guanchenkoninkrijkjes op het eiland op één na. Halverwege de vijftiende eeuw was La Gomera eigendom van de Spaanse familie Peraza en werden honderden oorspronkelijke bewoners van het eiland als slaaf verkocht.
LA GOMERA (Canarische Eilanden) Over een afstand van honderden meters loopt een kanaaltje door de laurierbossen van Las Creces. Het is hooguit twintig centimeter breed. Twee rijen stenen vormen de oevers, gevat in beton. Eens bracht het kanaaltje water uit de bergen naar het dal van Arure beneden. Het is al jaren niet meer in gebruik.
VENETIË (Italië) Een wereldstad op een handvol eilandjes die bij het minste of geringste onder water lopen. Venetië ligt op een onmogelijke plek, maar de stad heeft er prima mee leren leven. Gucci verkoopt in de Calle XXll Marzo rubberlaarzen voor 170 euro om in stijl 'aqua alto' - hoog water - te trotseren.
COSTA VERDE (Sardinië) De weg langs de Costa Verde in het zuidwesten van Sardinië brengt ons van de ene verrassing naar de andere. Doni kwam vroeger nooit aan deze verlaten kust, vertelt hij. Dit was het land van de mijnwerkers en de klassenstrijd. Niet het Sardinië van de boeren en herders dat hij als zijn broekzak kent.
PAXOS (Griekenland) 's-Morgens om tien uur brengt de Antipaxos Lines je in twintig minuten van Gajos op Paxos naar Antipaxos. Terwijl de rest van het ongeveer vijftien personen tellende gezelschapje zich op het Vrika-strand en het naastgelegen Voutoumi-strand installeert, besluiten wij het eiland te gaan verkennen.
CORFU (Griekenland) Op het tweede pleintje van Pelekas wijst een bordje omhoog naar Paratiritirio tou Kaiser, ofwel de Keizerstroon. De Duitse keizer Wilhelm II bracht in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog zijn vakanties door op het paleisje Achilleion bij Kerkyra. Regelmatig liet hij zich naar de heuveltop boven Pelekas vervoeren om de zon langs de heuvelrand in de Ionische Zee te zien zakken.
CORFU (Griekenland) Bij het dorp Gastouri bouwde keizerin Elisabeth van Oostenrijk in 1889 haar zomerpaleisje Achilleion. Het paleis staat er nog precies zoals toen, hoog op de heuvel boven de baai van Kerkyra. Keizerin Sissi gaf haar zomerverblijf de naam van haar held Achilles 'die alle koningen met hun gewoonten en wetten op hun plaats zette'. Het waren woorden van de keizerin zelf.
CORFU (Griekenland) In de meeste Corfu-gidsen staat Pelekas te boek als een bergdorp voor excentriekelingen en hippies. Misschien dat de oudere inwoners van het dorp zich daar nog iets van herinneren. De enige excentriekeling vandaag is de lange man op leeftijd die onschuldige voorbijgangers goedmoedig, luidkeels en ongevraagd de weg wijst.
LA GOMERA (Canarische Eilanden) Aan de ene kant de Atlantische Oceaan, soms zijn golven grimmig op de stenen kletsend, meestal zo glad als een spiegel. Aan de andere kant de massieve loodrechte rotswand die Valle Gran Rey ’s morgens in de schaduw houdt en ’s avonds bij wijze van compensatie de hitte van de dag op de kust terugkaatst.
SAMOS (Griekenland) Waar de rivier Imbrasos vanuit de bergen in het zuidoosten van Samos in zee stroomde, wordt sinds mensenheugenis Hera vereerd. Hera, de oergodin, zuster en vrouw van Zeus. Hera, godin van huwelijk en kuisheid. Haar Heraion is een snikhete vlakte. Hier en daar zorgt een boom voor wat schaduw. Onder één ervan moet Hera geboren zijn...
SAMOS (Griekenland) In de schaduw op het terras van de taverne. Een bergdorp tegen de helling van de Bournias in het zuiden van Samos. Na lang aarzelen komt de mevrouw van de taverne op ons af. Ze spreekt geen Engels. Wij geen Grieks. De waardin kijkt hulpeloos naar het groepje mannen aan het andere tafeltje. De jongste van hen springt op. We krijgen een hand. ‘Hello, I’m the president’, zegt hij lachend.