LA GOMERA (Canarische Eilanden) Ze zijn er nog. Ze lopen op blote voeten. Ze verkopen sieraden op de hoek. Ze persen sinaasappels voor je uit. Ze spelen op een plastic fluit. De hippies van Valle Gran Rey. Als je ze ‘in het wild’ wilt bekijken, zul je over de rotsen klimmend naar Playa de las Arenas moeten waar ze onder de tweehonderd meter hoge zwarte rots hun hutjes gebouwd hebben van wrakhout en palmbladeren.
Indertijd, ruim dertig jaar geleden waren het de hippies die La Gomera ontdekten als vakantieparadijs. En dat mag je gerust heel letterlijk nemen. Het waren vooral Duitse jongeren die hier vonden wat de autochtone bevolking van Valle Gran Rey zelf zo snel mogelijk hoopte kwijt te raken: de eenvoud van het leven van het land, het ritme van de zee dat je dag bepaalde, en het ongecompliceerde leven zonder luxe.
Maria in Playa was de eerste die iets van deze merkwaardige toeristen begreep. Ze opende haar pension Las Jornadas waar ze haar gasten niet veel meer bood dan een fles bier, brood, een stoofpotje en een bed voor de nacht.
‘Maria’ is er nog steeds en ook de geest van de jaren zestig is er nog een beetje. Elke avond zitten de stoeltjes en banken van Las Jornadas nog vol mensen die met z’n allen naar de ondergaande zon zitten te kijken. De oude en de jonge hippies. En degenen die vroeger geen hippie durfden te zijn. Met een fles bier in de hand en tranen in de ogen.
(maart 2002)