De ontdekking van Belvès

belvesBELVES (Dordogne)   Er zijn dorpen en steden waar je tijd voor nodig hebt om tot ze door te dringen. Belvès in de Dordogne - een kilometer of dertig ten westen van Sarlat - is daar een mooi voorbeeld van. Je rijdt een paar keer door Belvès, dan ga je op een goede dag een keer op het terras van het grote café aan het pleintje zitten om wat te drinken.

De volgende keer loop je het straatje naast het café een eind in en ontdek je het marktplein met een prachtige houten markthal en een volgend terras. En dan doe je een paar dagen later je grootste ontdekking: voorbij de markt liggen twee straatjes met ongelooflijk mooie gotische huizen. Ze stammen uit de tijd toen Belvès opleefde na de Honderdjarige oorlog waarin het maar liefst zeven keer afwisselend bij het Engelse en het Franse kamp hoorde. Slechts twintig families overleefden de verschrikkingen.
In een straatje wijst een plaquette je op een van de oudste Franse straatlantaarns op gas. Hier in dit stukje middeleeuws Belvès is de stokoude lantaarn eerder een anachronisme dan een herinnering aan vervlogen tijden.

Elk jaar loop ik wel een keertje over de keienstraatjes van Belvès. Het liefst als de zon bijna onder is en het laatste licht van de dag de gevels okergeel kleurt. Als de zwaluwen laag over de weg scheren en beneden het dorp op de nieuwe weg langs het dorp koplampen gaten in het duister boren. Op zo’n moment maakt Belvès het meest dichterlijke in je los.
(juli 2001)