ALGARVE (Portugal) Boven Castro Marim torent het kasteel uit. We klimmen via de lange trap omhoog. Vanmiddag zijn wij de enige bezoekers. Aan de voet van de heuvel liggen de zoutpannen langs de Guadiana. Er zweven ooievaars rond het kasteel. Aan de overkant van de rivier ligt Spanje, de belangrijkste reden van het bestaan van dit enorme fort.
De geschiedenis van de burcht van Castro Marim is nauw verbonden met het lot van de Tempeliers in dit deel van Europa waar aan het begin van de dertiende eeuw de Moren met vereende krachten verjaagd waren. De Tempeliers waren berucht vanwege de manier waarop ze sinds de oprichting van de orde in 1119 hun toewijding aan de christelijke kerk hadden weten te combineren met profijtelijk eigenbelang. Met name dankzij het feit dat de Tempeliers - in tegenstelling tot de meeste andere christenen - bereid bleken vuile handen te maken met het verstrekken van krediet tegen rente.
De Tempeliersorde werd in minder dan twee eeuwen tijd buitengewoon rijk en bijzonder machtig. Geen wonder dat ze er moeiteloos in slaagden veel vijanden te maken. In 1312 zag de paus zich gedwongen om de orde helemaal te verbieden en de bezittingen verbeurd te verklaren.
Overal in Europa verdwenen de Tempeliers van het toneel, behalve hier in het zuiden van Portugal aan de Algarve. Koning Dom Dinis wist het met de paus op een akkoordje te gooien. Zijn Tempeliers kregen in 1319 de burcht van Castro Marim tot hun beschikking. De tempelridders hadden hun naam veranderd in de 'Ridders van Christus' en ze waren voortaan gehoorzaamheid schuldig aan de Portugese kroon.
Vanuit Castro Marim hoopten de ridders het christelijke geloof naar Noord-Afrika te brengen, zoals de koning indertijd aan de paus had beloofd. De ridders zijn er nooit aan toe gekomen. Voortaan richtte men in de burcht het oog op Spanje aan de overkant.
(juni 2013)