LISSABON (Portugal) Via internet huurden we drie nachten een appartementje in de Travessa das Mónicas in de wijk Graca bovenin Lissabon. Vanuit ons raam zien we het kasteel van Sao Jorge. Vanuit het kasteel zien we een dag later onze handdoeken aan de waslijn hangen.
Tien jaar geleden waren we hier voor het laatst. Nu is het weer juni, het feest van Sao Antonio is in volle gang. We zien de damp van gegrilde sardientjes als een soort vette mist vanuit Alfama over de daken omhoog kruipen. Alle tafeltjes in de wijk zijn tot de laatste plaats bezet.
's-Avonds laat is ons straatje in Graca op z'n mooist. De ramen staan nog wijd open. Een briesje vanaf de Taag beweegt de gordijnen een beetje. Er staat een nieuwe maan boven het kasteel. Vier verdiepingen beneden ons hobbelen auto's door de steeg. Beneden op de trappen klinken stemmen, De iPad speelt 'No Coliseu' van Ana Moura. Dit zijn de momenten om naar terug te verlangen.
We hebben net aan het eind van ons straatje gegeten. A Mourisca heet de zaak. Een groot tegeltableau achterin toont dan ook een groep Moren die op de hellingen van Sao Jorge bivakkeren. Zoals overal in de restaurantjes hier kent iedereen iedereen. Er wordt gezoend, omarmd, er worden handen geschud. Niemand kent ons hier, maar we maken onmiddellijk deel uit van het interieur. Een plek waar je je onzichtbaar voelt.
Je hoeft niet naar Lissabon omdat de stad zo onvergetelijk mooi is. Haar aantrekkingskracht zit 'm niet in het grootse en monumentale, maar juist in het 'gewone' van het leven in de stad. Lissabon staat niet op je te wachten om je te verleiden. Ze gaat door met waar ze mee bezig was. En je weet dat als je over tien jaar terugkomt, dat Lissabon er dan nog steeds is. En je zult denken dat er niets gebeurd is ...
(juni 2013)