COSTA VERDE (Sardiniƫ) De weg langs de Costa Verde in het zuidwesten van Sardiniƫ brengt ons van de ene verrassing naar de andere. Doni kwam vroeger nooit aan deze verlaten kust, vertelt hij. Dit was het land van de mijnwerkers en de klassenstrijd. Niet het Sardiniƫ van de boeren en herders dat hij als zijn broekzak kent.
We slaan een weg in waarvan de wegwijzer ons belooft om ons naar Funtanazza te brengen. Hoe dichter we bij de kust komen, hoe groter de gaten in het asfalt. Funtanazza blijkt een enorm betonnen complex aan het strand waar alle ramen uitgewaaid zijn. Gordijnen wapperen in de wind. Rond het complex staan metershoge hekken met 'Verboden toegang'. Zelfs rond de badhokjes. Hier en daar liggen mensen aan het strand die net als wij al die bordjes getrotseerd hebben.
Op de zijgevel van het gebouw staat Casa di Mare Francesco Sartori. We zoeken het thuis op op Google. Het blijkt een vakantiekolonie voor mijnwerkerskinderen, in 1956 geopend en in 2005 gesloten, of beter: verlaten.
Terug op de kustweg maakt het asfalt na een paar kilometer plaats voor een rode lemen weg die ons langs hoge zandduinen brengt. Af en toe voert het spoor door een ondiepe beek waar we voorzichtig doorheen rijden.
Als de weg afbuigt naar het binnenland, komen we langs de mijnen van Naracauli. Hier hebben generaties mijnwerkers lood en zink naar boven gehaald. Ook zij stuurden hun kinderen in de zomervakantie vast naar het Casa di Mare. De mijnen van Naracauli liggen er tegenwoordig net zo verlaten bij als het vakantieparadijs aan het strand. De Sardijnen lieten ze voor wat ze waren. Hun land is zo groot dat ze met een gerust hart hier en daar een stukje geschiedenis kunnen vergeten.
(september 2009)