SEVILLA (Spanje) Rond kerst is Sevilla de stad van de Belèn, ofwel de stad van de kerststallen. In het woord Belèn herken je Bethlehem, het dorp van de échte kerststal. Sevilla telt in de kersttijd een paar honderd kerststallen.
De meest levende kerststal van de stad vind je in Triana aan de overkant van de rivier, bij de oeroude kerk van Santa Anna. Er staan echte schapen in de stal. Er lopen konijnen om de os en ezel te doen vergeten. Het kerstkindje en zijn ouders ontbreken weliswaar in de stal op het moment dat wij er zijn, maar de babykleertjes van het Kindeke hangen aan de waslijn te drogen.
Voor de overtreffende trap van de kerststallen van Sevilla moet je je aansluiten in de rij die door de barokke Iglesia de la Anunciación schuifelt. Het kerstkind heeft het formaat van een flinke kleuter, de volwassen personen in de stal zijn minstens een meter langer dan ons stervelingen in de rij. De kamelen van de Drie Koningen zijn meer dan een kop groter dan hun levensechte soortgenoten buiten op de Plaza de la Encarnación.
De beroemdste kerststal van Sevilla vind je in het statige bankgebouw van de Cajasol aan de Plaza San Francisco achter het stadhuis. Bezoekers lopen langs de ‘Ciudad de Belenes’. Rode lopers over wit marmer langs een kijkdoos van 55 meter.
De heilige familie en vijftig andere terracotta figuren in een chic bankgebouw, wij zouden even aarzelen bij de gedachte. In Sevilla twijfelt niemand, hierover zeker niet. De hele dag staan lange rijen voor de ingang. Op een tafeltje bij de uitgang liggen ballonnen, pennen en folders van de Cajasol.
(december 2011)