De Kaaimannenman

KaaimannenmanCOMMEWIJNE (Suriname)  Als het bootje ons en onze fietsen vanuit Leonsberg over de Surinamerivier en de Commewijne bij de plantage Rust en Werk heeft afgeleverd, worden we op de steiger opgewacht door niemand minder dan Manoja, de Kaaimannenman. Hij wil ons over het leven op Rust en Werk vertellen en praat een uur lang aan één stuk door...

Manoja woont hier al meer dan vijftig jaar, vertelt hij. Zijn grootmoeder Sina hoorde tot de Javaanse contractarbeiders die rond 1890 naar de plantages langs de Commewijne werden gehaald. Oma is volgens hem 117 jaar geworden.
Hij gaat ons op zijn brommer voor naar zijn blauwe huis verderop. Hij laat ons laoswortels zien en katoen en vertelt wat je er allemaal mee kunt genezen. We krijgen stukjes ananas en papaja. Manoja sleept ons zijn huis door waar hij tientallen katten opvoedt. Het is één grote zooi in huis, het stinkt er sterk naar kat, maar Manoja toont zich volmaakt gelukkig in deze chaos.

Als klap op de vuurpijl haalt hij uiteraard een kaaiman tevoorschijn die de dapperste van ons even mag vasthouden. Een elastiek rond de bek van het dier maakt de gebeurtenis iets minder avontuurlijk. Voor de iets minder dapperen heeft Manoja eventueel een schildpad als attribuut. En passant legt hij uit dat je mannetjesschildpadden kunt herkennen aan een deuk in hun buikschild die het hen mogelijk maakt om op een vrouwtje te klimmen.
De broer van de Kaaimannenman is een tijd over uit Nederland en slaat het optreden van zijn broer met een rustige glimlach gade.

In de dorpsbar annex winkel op het hoekje laat Manoja ons oude foto’s van Rust en Werk zien en hij vertelt hoe de Nederlander Armand van Alen de plantage eind jaren zeventig nieuw leven ingeblazen heeft. Voor diens voorgangers, de familie Jamin, heeft de Kaaimannenman geen goed woord over. Zij hebben volgens Manoja de suikerplantage kapot laten gaan. Nee, dan meneer Van Alen, Manoja noemt hem zijn peetvader.
We drukken de Kaaimannenman wat geld in handen - hij gebruikt het voor activiteiten voor de veertig kinderen van het dorp - en nemen hartelijk afscheid. Manoja drukt ons op het hart vooral voorzichtig te zijn.

We fietsen van Rust en Werk richting Frederiksdorp. Even slaan we links af en daar staan we middenin de groene weilanden. Zo ver het oog reikt tot de mangrovebossen langs de oceaan, negen kilometer verderop. Hier houdt Van Alen meer dan 6000 vleeskoeien, Indiase koeien van het ras Brahman, runderen met een bult op de rug.
Het pad langs de plantages is niet breder dan één spoor. Als je een brommer of een fiets tegenkomt, moet je allebei het spoor uit. We bereiken de plantage Johan & Margaretha met een paar barretjes waar we bier en Radler drinken tegen de dorst en de overdonderende hitte. Vanuit hier met een bootje naar de overkant van de Commewijne voor een verzengend tochtje naar Nieuw Amsterdam. Daar de Surinamerivier over met het bootje naar Leonsberg en terugfietsen naar de stad. (november 2018)

 

Suriname in Plaatselijk Belang