PARAMARIBO Zondagochtend zeven uur op het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo. Op regelmatige afstand van elkaar staan lange palen in het gras waar vogelkooitjes aan hangen. Tussen de palen zijn groepjes mannen druk met elkaar in gesprek. Dan wordt met luide stem de eerste wedstrijd aangekondigd: ‘Rowtie, twee minuten’.
Rowtie’s zijn de kleinste wedstrijdvogeltjes. De andere twee soorten, de picolets en de twa-twa’s zijn een slagje groter. Alle drie soorten komen uit het Surinaamse oerwoud en alle drie kunnen ze ontzettend goed zingen, vinden hun trotse eigenaren. Daar zijn de heren hier allemaal voor gekomen. Welke vogel maakt binnen tien minuten de meeste geluidjes?
De vogelkooitjes hangen twee aan twee naast elkaar aan de palen. Naast elk kooitje staat een jurylid die het aantal ‘slagen’ turft. Het ene jurylid heeft het drukker dan het andere. De spanning stijgt in het publiek naarmate de vogels een ronde verder komen.
We kijken verbaasd om ons heen. Aan de mannen op het gras zie je het niet af. Iedereen is in T-shirt en spijkerbroek, maar aan de langs het Onafhankelijkheidsplein geparkeerde auto’s valt op dat op zo’n zondagmorgen in Paramaribo arm en rijk zich verenigd weten in hun liefde voor de rowtie’s, picolets en twa-twa’s. Een aftands japannertje staat broederlijk naast een glimmende Hummer pick-up.
In hun liefde voor hun vogeltjes gaan Surinaamse mannen erg ver. Je ziet ze de hele dag met hun kooitje rondstappen. De kooitjes staan naast ze op het bankje voor de supermarkt, op het terras aan de Waterkant, in het bootje op weg naar Commewijne.
De man en zijn vogel zijn onafscheidelijk. Dat kan zelfs geen vrouw tussen komen, vertrouwt een man op het Onafhankelijkheidsplein ons toe. Hij lacht, maar je ziet dat hij het meent…
(oktober 2016)