SKYROS (Griekenland) 'U komt gaandeweg langs vele kapelletjes, elk met een eigen sfeer en decoratie. Neem gerust binnen een kijkje en steek in ruil voor wat kleingeld een kaarsje aan.' Het was zaterdagmiddag op Skyros en dit was de twaalf-kapelletjesroute, volgens het gidsje de mooiste wandeling op het eiland.
Het was heet die dag en het bleef warm tot laat in de middag. We liepen bijna elf kilometer door het kale landschap tussen Skyros-stad en de berg Olympos. Een landschap vrijwel uitsluitend bewoond door geiten, ezels en honden die er God mag weten wat moesten bewaken.
Eerlijk gezegd kwamen we onderweg niet tot de ons beloofde twaalf kapelletjes, maar dat zal aan ons gelegen hebben. In Griekenland kijken ze niet op een kerkje meer of minder. Lawrence Durrell schreef in 1978 een tamelijk chagrijnig boek over 'The Greek Islands' en noteerde onder andere: 'When the inhabitants suffer from insomnia they count. Not sheep - for there are none on the island - but churches.'
Het liefst zo ver mogelijk van de bewoonde wereld steken de Grieken een kaarsje aan voor hun heiligen. Heeft het oude dametje in het zwart dat de grijze bankjes van het kapelletje Agia Panagia staat af te soppen, net als ons vele kilometers gelopen? Of liftte ze met een militair op weg naar de basis mee vanuit Skyros-Stad?
Even verderop, op het pad de heuvels in staat een brommer tegen een muurtje bij Agia Varvaria. Een jongen veegt het pleintje ervoor schoon. Hij doet dat ongetwijfeld elke zaterdagmiddag om deze tijd.
Het kapelletje van Agia Paraskevi hoog in de heuvels lijkt het privé-bezit van de eigenaar van de boerderij waar het godshuisje aan vastgebouwd zit. 's-Mans hond is daar in elk geval van overtuigd. Maar woont hier eigenlijk nog wel iemand? Onze twaalf-kapelletjesroute leert ons dat hier in de verlatenheid tussen de stad en de berg elk huisje zijn kruisje heeft.
(september 2004)