SKYROS (Griekenland) De eerste keer op Skyros was ik dik een uur onderweg om in Skyros-stad te komen. Het was warm die middag en ik volgde vanaf de kust de smalle weg die me tegelijk met de auto's, de brommers en de muilezels in ruime slingers tegen de berg op omhoog bracht. Later kwamen we er achter dat je met een lange trap in vijf minuten boven in de stad bent.
'A striking, dazzlingly white town of flat-roofed houses draped over a high rocky bluf', aldus een bijna poëtische Lonely Planet die Skyros voor het laatst van zijn 800 bladzijden Griekenland bewaart.
Die eerste middag op Skyros maakte ik kennis met een plaatselijke middenstander die me na vijf minuten al aanbood met hem een lucratieve bloembollenhandel met Nederland op te zetten. Hij zou het Griekse deel van de handel voor zijn rekening nemen, als ik de Nederlandse inkoop deed.
Ik was gekomen om een gidsje van het eiland te kopen. Het bleek een merkwaardig werkje van ene Manos Faltaits die alles wat hij over het eiland wist gemakshalve achter elkaar door genoteerd had (Collection, Athene, 1987). Een en ander illustreerde hij met foto's die op het eerste gezicht uit de minder scherpe beginjaren van de fotografie lijken te stammen.
Skyros-stad zie je vanuit de omliggende heuvels als een heldere witte vlek tegen de top van een donkere berg. Vanuit zee gezien is de stad veel terughoudender om zich te vertonen. Geen toeval, want de geschiedenis van de stad bestaat sinds de klassieke oudheid uit een opeenvolgende reeks overvallen vanuit zee.
Boven bij het kasteel toont het stad zich als een slordige uitstalling rechthoekige witte doosjes met dekseltjes. Eenmaal beneden in de hoofdstraat zie je een stadje dat elke meter zichzelf gebleven is: de winkels, de taverna's, de huizen, de mensen op de stoep of onderweg. Ik ken weinig plekken in Griekenland dat zo vol overtuiging zichzelf gebleven zijn als Skyros.
(september 2004)