El Hierro (Canarische Eilanden) Sinds de dichter Bloem ons de vraag ‘Wat is natuur nog in dit land?’ stelde, weten we zeker dat we in Nederland geen ‘echte’ natuur meer hebben. Ik keek voor het eerst met Nederlandse ogen naar het landschap van El Hierro. Tot nu toe had het eiland zo ongerept geleken…
Het smalle paadje voert je niet diep het bos in, maar brengt je naar een aardappellandje of een veld amandelbomen. Het glibberige weggetje komt uit bij een waterreservoir hoog in de rots. Een paadje stapstenen blijkt de kortste weg naar de hoogvlakte om snel bij de geiten te komen. In de mist van La Dehasa aan de westkust zijn kilometerslang stenige grasvlaktes met gestapelde muren in partjes verdeeld om elkaars bokken en schapen te kunnen scheiden.
Als je goed tussen het gras kijkt, zie je dat sommige paden destijds keurig verharde straatjes waren, geschikt voor het voormalig eilandverkeer. Heel El Hierro blijkt doorsneden door een fijnmazig stelsel van weggetjes, paden, sporen, muurtjes en hekwerk. Smalle sporen getrokken langs de kortste lijn van A naar B.
Al die strepen over de kaart hadden hetzelfde doel: het eiland zo goed mogelijk openleggen om van elke vierkante meter El Hierro te kunnen profiteren. Die vierkante meters hadden ze vroeger bitterhard nodig om op een godvergeten plek als El Hierro te kunnen overleven, zo was de natuur dan ook wel weer. (maart 2004)