EL HIERRO (Canarische Eilanden) Sinds in de zomer van 2003 de tunnel door de rotswand Risco de Tibataje naar beneden geopend is, rijd je in een kwartier van Valverde naar El Golfo en kom je in een deel van El Hierro waar je vroeger niet hoefde te zijn. In Mocanal slaan we het weggetje naar Pozo de las Calcosas in.
De straat eindigt op een stoffige parkeerplaats. Op het eerste gezicht lijkt Pozo niet meer dan een straatje met wat huizen, twee restaurants en een kerkje. Tot je naar de zwarte muur loopt en naar beneden kijkt…
Zo’n honderd meter onder je blijkt pas het échte Pozo de las Calcosas te liggen: enkele tientallen huisjes van zwarte steen op zwarte rotsen waar de oceaan enkele malen per minuut meedogenloos op beukt. Boven Pozo hangt een nevel van opgespatte waterdruppeltjes.
We lopen een trap naar beneden waar geen eind aan lijkt te komen. In het dorp woont niemand meer. Althans nu niet, in maart. De meeste huizen zijn eigendom van mensen van Tenerife die op zoek waren naar een opvallende weekendwoning.
Een halve eeuw geleden was Pozo nog een vissersdorp. Met gevaar voor eigen leven waagden de vissers van het dorp zich de woeste zee op. Dat het gevaar soms van een heel andere kant kwam, bewijst de enorme steen middenin het dorp. Op de steen staat dat deze op 10 augustus 1954 een compleet huisje plus zijn twee bewoners verpletterde.
In het kapelletje ter grootte van een schoenendoos bovenop de steen brandt dag en nacht een kaarsje voor San Lorenzo. Onwillekeurig kijk je op zo’n moment even omhoog en heb je de neiging de heilige Lorenzo even te vragen of het allemaal wel goed vast zit, daarboven.
(maart 2004)