SADALI (Sardinië) De man van het café vraagt of we de jongens op het station gezien hebben. We zijn in Sadali, een bergdorp in de bossen langs de noordoever van de Flumendosa die zich hier verbreed heeft tot een kilometers breed stuwmeer. Nee, we hebben de jongens niet gezien, zelfs het station niet.
Overal in Sadali hoor je water naar beneden stromen. Midden in het dorp vlakbij de kerk valt het water zelfs zeven meter naar beneden. Net als de dorpskerk hebben ze hun waterval naar San Valentino genoemd.
Bij de waterval treffen we twee mannen die op deze luie zondagmiddag blikjes Heineken drinken. De ene heeft op een bank houten fluitjes uitgestald, de ander heeft een gitaar naast zich liggen. Ze vragen ook weer naar ‘de jongens’.
Het blijkt een triest verhaal dat zich als een goede grap laat vertellen. Buiten Sadali heeft de Italiaanse COA kortgeleden een paar honderd Afrikaanse vluchtelingen ondergebracht in een leegstaand hotel. Een aantal jongere vluchtelingen is het rondhangen op die godvergeten plek in de Sardijnse bergen zat en besluit verder te reizen. Ze installeren zich op het stationnetje van Sadali met de stellige bedoeling door te reizen naar Florence, op weg naar de échte wereld… Wat de jongens niet weten en iedereen in Sadali wél, is dat het station slechts één keer per maand wordt aangedaan door het toeristentreintje Trenino Verde vanuit Arbatax.
Als we aan het eind van de middag terug het station rijden, liggen op het perron vier lange zwarte jongens te slapen die met het hoofd op hun sporttas hun Florentijnse droom dromen.
(september 2014)