LUCIFER
uitvinding: een stokje om snel en veilig vuur mee te kunnen maken
uitvinder: Gustaf Erik Pasch (S)
jaar: 1844



Eeuwen geleden al hadden de Chinezen houten stokjes die ze in de zwavel doopten om er vuur mee te maken. Later kenden we ook in Europa deze zwavelstokjes. Andersen gebruikte ze destijds in één van zijn sprookjes. Probleem met de ouderwetse zwavelstokjes was dat ze zo maar konden ontbranden. Waren er veiliger lucifers te bedenken?
In 1844 vond de jonge Zweedse chemicus Gustaf Erik Pasch een luciferkop uit met mangaandioxide en kaliumchloraat die over een vlakje met glaspoeder en fosfor op het doosje zonder problemen kon worden aangestreken. Zijn uitvinding van de veiligheidslucifer stond aan de basis van de snelgroeiende negentiende-eeuwse Zweedse luciferindustrie.

In Nederland kennen we vooral de Zwaluw-lucifers. Ze werden geproduceerd in de Uddevalla Tändsticksfabrik en kwamen in 1895 op de Nederlandse markt dankzij de inventieve handelaar Jeremias Attema die het geelrode doosje met ‘Säkerhets Tändstickor’ bedacht. Aan het concept van Attema is in meer dan een eeuw tijd vrijwel niets veranderd en iedere Nederlander meent nog steeds dat het Zweedse woord tändstickor tandenstoker betekent en geen lucifer…
Prominent op het doosje staat de boerenzwaluw met zijn naam in vier talen. Links en rechts vier eremedailles van twee Zweedse koningen, van keizer Napoleon III en van de Wereldtentoonstelling van 1862 in Londen. Medailles van ver vóór Attema zijn Zwaluw-avontuur begon en boze tongen beweren dan ook dat onze koopman hier ongegeneerd pronkte met andermans veren. De insignes zouden jaren daarvoor door een concurrent van de Uddevalla Tändsticksfabrik in de wacht zijn gesleept…

Tegenwoordig is de Zweedse luciferindustrie in handen van multinational Swedish Match die dus ook de plaats van de Uddevalla Tändsticksfabrik op de Zwaluwdoosjes heeft overgenomen.

Bekijk meer DAGELIJKSE DINGEN