De begijntjes van Antwerpen

antwerpenANTWERPEN (BelgiĆ«)   Een van de mooiste stadsgidsen die ik ken, is de 'Gids voor Oud Antwerpen' van George van Cauwenbergh. Net als de stad zelf bevat het boek een tamelijk ongeorganiseerde verzameling belangrijke en onbelangrijke wetenswaardigheden. De eerste druk van de gids stamt uit 1973 en inmiddels beleefde het 450 pagina's tellende boekwerk maar liefst negen drukken.

 We lopen met Van Cauwenbergh tijdens zijn vijfde wandeling van de Ossenmarkt de Rodestaat in en gaan vooraan rechts op zijn aandringen het Begijnhof binnen. De poort blijkt voorzien van een indrukwekkend aantal grendels en sloten. Om eventuele misverstanden te voorkomen staat op een groot bord een 'Beleefd verzoek aan alle manspersonen zich na zes uur 's avonds niet meer aan te bieden voor boodschappen of bezoeken'. En verder: 'De huursters van woningen worden vriendelijk verzocht geene vreemdelingen te laten inwonen, noch ze te laten vernachten, zonder de toelating der overste'.

Het meest authentieke stukje van het Antwerpse Begijnhof vind je in een doolopend straatje meteen rechts. Daar ziet het er nog uit als in 1546 ons aller Maarten van Rossem het oude Begijnhof buiten de poorten had platgebrand en het hier op een veilige plaats herbouwd werd.
Het grootste deel van het Beginhof werd aan het eind van de negentiende eeuw grondig verknoeid door bombastische neogotische tuinmuren waar de architect zelfs kantelen en schietgaten voor bedacht. 'Onmisbaar in een Begijnhof', spot Van Cauwenbergh. Het is zo'n ongelooflijke ingreep dat dat deze alleen al daardoor weer zijn eigen schoonheid oproept.
(december 2004)